Het Kwartier onderzoekt verschillende manieren om via spel en beeld (scenografie, kostuum, lichtontwerp…) betekenis te genereren. De vorm is de inhoud, de inhoud is de vorm.
Het vormonderzoek rond fysiek spel gekoppeld aan tekst, dat gestart werd met Wachten en andere heldendaden, wordt voortgezet. Voor De schaar van de tsaar en Limonov werkten we samen met het Gentse acteurscollectief Corpus Ca. Zij maken theater dat doet voelen. Met discipline, zelfovergave en een fysieke werkwijze zetten ze de authentieke menselijkheid van de acteur centraal. Samen ontwikkelen we een eigen werk- en speelwijze, geinspireerd door Grotowski, Kantor en kinderspelletjes.
In Wachten en andere heldendaden staat het fysieke erg op het voorplan. Aan de hand van fysieke patronen en handelingen tonen we hoe een hechte, strak beregelde groep stilaan de pedalen verliest. Meer nog dan in tekst, toont het uiteenvallen van de vaste bewegingsschema's wat er werkelijk aan de hand is. En ook de emotionele impact uit zich lichamelijk. Het fysieke spel wordt hier voor het eerst een volwaardige partner voor de tekst.
In De schaar van de tsaar onderzoeken we hoe grootse emoties en grotesk spel kunnen werken voor kinderen, die vaak zelf erg grote emoties ervaren. We onderzoeken ook, aansluitend bij de thematiek van de voorstelling, hoe gedrag en de omgang met lichamelijkheid en emoties ‘beregeld’ zijn en hoe we hiermee op scene kunnen spelen.
Ook in Limonov werken we met groots en fysiek spel, ditmaal voor volwassenen, in combinatie met documentair materiaal. We onderzoeken hoeveel grootsheid en theatraliteit een tekst gebaseerd op ware feiten kan verdragen.
Daarnaast is de dramaturgie van de vorm een belangrijke pijler binnen Het Kwartier. Vertrekkend vanuit een gelijkwaardige benadering van de verschillende theatrale elementen, onderzoeken we hoe de vorm, beelden en het spel een dramaturgische rol kunnen spelen in het geheel van de voorstelling. We bekijken hoe de vorm meer kan zijn dan louter ‘dienstbaar aan’ de tekst.
Dit onderzoek steunt op het onderzoek dat Ruth Mariën voerde in het kader van haar ontwikkelingsgerichte beurs naar een ‘andere’ dramaturgie, die niet op tekst stoelt maar veeleer vertrekt vanuit beeldende elementen en permanent speelt met wisselende subject-objectverhoudingen.